WeTransfer past stiekem voorwaarden aan om met jouw bestanden AI te trainen | Oracle's miljardeninvestering in Nederland en de verrassende draai in de AI-chipoorlog
PLUS: Hoe Vodafone met AI-automation hun cybersecurity versterkt en miljoenen bespaart
De kans is groot dat je onlangs WeTransfer hebt gebruikt om een belangrijk bestand te versturen. Wat je waarschijnlijk niet wist, is dat je met die simpele handeling bijna ongemerkt toestemming gaf om jouw intellectueel eigendom te gebruiken als trainingsmateriaal voor AI.
Bedrijven zoeken steeds vaker naar manieren om gebruikersdata commercieel te benutten, bijvoorbeeld voor het trainen van AI-modellen. Het is daarom belangrijk dat je als ondernemer kritisch kijkt naar de voorwaarden van de tools die je gebruikt en weet wat er met je data gebeurt.
In deze editie:
De harde les van WeTransfer's AI-blunder en hoe je voorkomt dat jouw data trainingsmateriaal wordt
De verrassende wapenstilstand in de chipoorlog en wat dit betekent voor de tech-race met China
Oracle's miljardeninvestering in Nederland: meer rekenkracht, maar tegen welke prijs?
Hoe Vodafone met AI-automation hun cybersecurity versterkt en miljoenen bespaart
WeTransfer's AI-blunder: de les die elke ondernemer nu moet leren
Stel, je verstuurt een belangrijk, vertrouwelijk document met die oer-Hollandse tool die iedereen kent: WeTransfer. Een paar dagen later ontdek je dat je met die simpele klik onbewust toestemming hebt gegeven om jouw bestanden te gebruiken voor het trainen van AI-modellen. Dit is precies wat er zojuist is gebeurd.
WeTransfer, de dienst die voor velen synoniem staat voor het eenvoudig versturen van grote bestanden, veroorzaakte wereldwijd een storm van verontwaardiging met een aanpassing in haar voorwaarden. Vermomd als een routine-update, voegde het bedrijf een clausule toe die hen een zeer brede licentie gaf om gebruikerscontent te gebruiken. De oorspronkelijke tekst was schokkend concreet: het recht om bestanden te gebruiken, aan te passen en er afgeleide werken van te maken voor het verbeteren van machine learning models. Zonder compensatie, uiteraard.
De reactie waren niet mals, met name vanuit de creatieve sector. Filmmakers, ontwerpers en fotografen zagen hun intellectueel eigendom direct bedreigd. Het idee dat een onafgemaakte film, een nieuw merkconcept of een vertrouwelijke presentatie zou kunnen eindigen als trainingsmateriaal voor een anoniem algoritme, was voor velen een absolute nachtmerrie.
Onder druk van de massale publieke kritiek en dreigende leegloop maakte WeTransfer een snelle U-turn. Het bedrijf paste de voorwaarden opnieuw aan en verwijderde de expliciete verwijzing naar AI. De officiële verklaring was dat de clausule bedoeld was voor het modereren van content. Een uitleg die weinigen overtuigde.
Wat maakt dit nu zo interessant? Dit is geen geïsoleerd incident, maar een voorbode van wat komen gaat. Voor ondernemers en professionals zitten hier een paar harde lessen in.
Ten eerste: vertrouwen is je belangrijkste kapitaal. WeTransfer heeft in een paar dagen een decennium aan opgebouwd vertrouwen verbrand. Voor elk bedrijf dat met klantdata werkt, is de les glashelder: transparantie is geen optie, het is de basis van je bestaansrecht.
Ten tweede: de ‘data-grab’ is de nieuwe norm. We zitten midden in een AI-goudkoorts en data is de brandstof. Bedrijven met een grote gebruikersdatabase, zoals WeTransfer, Dropbox of zelfs je boekhoudsoftware, worden zich bewust van de waarde van hun data. Ze zullen allemaal manieren zoeken om deze te gelde te maken. Jouw taak als ondernemer is om paranoïde te worden over de voorwaarden van elke tool die je bedrijf binnenkomt.
Het meest kritieke punt is dat de schade al is aangericht. Zelfs na de correctie blijft er een fundamenteel wantrouwen hangen. De manier waarop WeTransfer de crisis beheerde, door de aanpassing stilletjes en zonder duidelijke communicatie door te voeren, spreekt boekdelen over hun oorspronkelijke intentie. De vage nieuwe voorwaarden, die nog steeds spreken over het 'verbeteren van de dienst', laten de deur op een kier voor toekomstige interpretaties.
De kern is simpel: dit signaleert de noodzaak voor elke ondernemer om de eigen digitale gereedschapskist grondig te inspecteren. Welke diensten hebben toegang tot jouw data en die van je klanten? En wat staat er écht in die ellenlange voorwaarden? De strijd om AI-dominantie is begonnen, en jouw data is het doelwit.
China's nieuwe AI-koning daagt OpenAI uit voor een fractie van de prijs
Net nu het erop lijkt dat de open-source AI-wereld, aangejaagd door Meta, een beetje begint te sputteren, gebeurt er iets opmerkelijks. Terwijl in Silicon Valley de twijfel toeslaat en deuren langzaam dichtgaan, verschijnt er vanuit China een nieuwe, extreem krachtige speler op het toneel die de spelregels volledig zou kunnen veranderen.
De Chinese startup Moonshot AI heeft zojuist Kimi K2 gelanceerd, een open-source model dat op papier de vloer aanveegt met de concurrentie. Met een duizelingwekkende 1 biljoen parameters is het model een technisch zwaargewicht, maar door een slimme architectuur (een zogenaamde Mixture-of-Experts) zijn er 'slechts' 32 miljard parameters tegelijk actief. Dit maakt het model efficiënt en, belangrijker nog, goedkoper in gebruik.
De eerste rapporten zijn ronduit indrukwekkend: op benchmarks voor het schrijven van code zou Kimi K2 de prestaties van GPT-4.1 en Claude Opus 4 overtreffen. En dat voor een lagere tokenprijs. Dit is geen kleine update, maar een potentiële aardverschuiving.
Wat dit extra interessant maakt, is de timing. Het contrast met het Westen is groot. Recente berichten suggereren dat Meta, de grote voorvechter van open-source AI, overweegt om zijn meest geavanceerde modellen voortaan achter gesloten deuren te houden. De druk om miljardeninvesteringen terug te verdienen weegt zwaar. Precies op dat moment laat China zien dat het open-source niet als een kostenpost ziet, maar als een strategisch wapen om een eigen, onafhankelijk AI-ecosysteem op te bouwen en wereldwijd invloed uit te oefenen. Kimi K2 is daarmee niet alleen een technisch product, maar ook een geopolitiek statement.
Voor Nederlandse ondernemers en ontwikkelaars betekent dit concreet een paar dingen:
Een serieus alternatief voor westerse ecosystemen. Je bent niet langer exclusief aangewezen op de dure, gesloten modellen van OpenAI, Google of Anthropic. Voor met name coding-intensieve toepassingen is er nu een krachtig en goedkoper open-source alternatief. Dit kan de ontwikkelkosten aanzienlijk drukken en de afhankelijkheid van een handvol Amerikaanse bedrijven verminderen.
De wapenwedloop is nu echt globaal. De concurrentie komt niet langer alleen uit Silicon Valley of Europa. De komst van een topspeler uit China zal de innovatie versnellen en de prijzen verder onder druk zetten. Betere AI-modellen zullen sneller en goedkoper beschikbaar komen voor iedereen.
Focus op specialisatie: de kracht van code. De superieure prestaties van Kimi K2 op het gebied van code laten zien dat de markt zich beweegt naar gespecialiseerde modellen. Voor bedrijven die software-automatisering, developer tools of complexe interne systemen bouwen, kan dit model een perfecte match zijn.
Natuurlijk moet je dit nieuws met een korreltje zout nemen. Benchmarks zijn geduldig en zeggen niet alles over prestaties in de praktijk, zeker niet als het gaat om de Nederlandse taal en context. Maar de belangrijkste kanttekening is strategisch. Kiezen voor een Chinees open-source model is niet zonder risico. Het introduceert een afhankelijkheid van een heel ander politiek en economisch blok. Wat als de geopolitieke spanningen verder oplopen? Wat zijn de garanties rondom data en intellectueel eigendom op de lange termijn? De belofte van lagere kosten en betere prestaties is verleidelijk, maar de vraag is: wat is de verborgen prijs?
De opkomst van Kimi K2 is een duidelijk signaal dat de AI-markt globaliseert. Voor Nederlandse ondernemers betekent dit dat het bouwen van flexibele systemen, die kunnen wisselen tussen verschillende AI-modellen, een strategische noodzaak.
Oracles miljardeninjectie: een Trojaans paard voor de Nederlandse cloud?
Het klinkt als een fantastische opsteker voor de Nederlandse tech-sector: Oracle pompt de komende vijf jaar een miljard dollar in zijn AI- en cloudinfrastructuur in ons land. De vraag naar rekenkracht voor AI-toepassingen bereikt een kookpunt, en de Amerikaanse techreus wil voldoen aan die schreeuwende behoefte.
Op het eerste gezicht is dit een logische stap. Oracle is, samen met Amazon, Google en Microsoft, verwikkeld in een mondiale wapenwedloop om de dominante speler te worden in de infrastructuur die de volgende generatie economie aandrijft. Voor Nederlandse bedrijven betekent dit meer capaciteit en meer keuze voor hun cloud- en AI-projecten, direct via Oracle Cloud Infrastructure (OCI) of via de koppeling met Microsofts diensten.
Maar wat maakt dit extra interessant, is de timing en de onderliggende spanning. Deze investering is geen geïsoleerde actie, maar een zet op een geopolitiek schaakbord. Voor ondernemers betekent dit concreet een aantal zaken.
Ten eerste, de toegang tot high-performance computing wordt makkelijker. Complexe AI-modellen trainen of grote datasets analyseren wordt hiermee bereikbaarder voor meer Nederlandse bedrijven. De belofte is dat je lokaal, in Amsterdam, toegang krijgt tot dezelfde rekenkracht als de grote jongens in Silicon Valley.
Toch schuurt het hier. Oracle adverteert met sovereign cloud-diensten, een term die suggereert dat jouw data veilig en onder Europese controle is. De realiteit is een stuk weerbarstiger. Als Amerikaans bedrijf is Oracle onderworpen aan de Cloud Act. Dit betekent dat Amerikaanse inlichtingendiensten toegang tot data kunnen opeisen, ongeacht of die servers in Amsterdam of Arkansas staan. Het idee van digitale soevereiniteit is hier ver te zoeken.
De semantische truc van 'soevereiniteit' is een bekend onderdeel van de marketingstrategie van Amerikaanse techreuzen. Het is precies de reden waarom de Europese Commissie nu gesprekken voert met Europese alternatieven zoals het Franse OVHcloud, in een poging de afhankelijkheid van de VS af te bouwen.
Bovendien is er een harde, fysieke grens aan deze digitale ambitie. Een miljard aan servers is één ding, maar hebben we de stroom om ze te laten draaien? Het Nederlandse stroomnet, met name rondom Amsterdam, kraakt nu al in zijn voegen. De vraag of er überhaupt genoeg netcapaciteit is voor deze uitbreiding blijft onbeantwoord en vormt een serieus, vaak onderschat, operationeel risico.
De investering van Oracle is dus een medaille met twee kanten. Ja, er komt meer AI-rekenkracht beschikbaar in Nederland. Maar het vergroot ook onze afhankelijkheid van een Amerikaanse speler in een tijdperk waarin datastrategie gelijkstaat aan geopolitieke strategie. Voor ondernemers is het een signaal om cloudproviders niet alleen op prijs of features te beoordelen, maar ook op risico's rondom data-soevereiniteit en afhankelijkheid. Meer rekenkracht is goed, maar strategische afhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen is een risico dat je nu moet incalculeren.
De verrassende wapenstilstand in de chipoorlog
De technologische koude oorlog tussen de VS en China leek een kookpunt te bereiken. Exportverboden, zwarte lijsten, miljardenclaims. En toen, vanuit het niets, een plotwending die niemand zag aankomen.
De Amerikaanse overheid heeft het licht op groen gezet: techgigant Nvidia mag zijn speciaal voor de export ontworpen H20 AI-chips toch weer aan China verkopen. Dit is geen kleine beleidswijziging. Het is een draai van 180 graden die een markt van tientallen miljarden heropent en de wereldwijde AI-race in een nieuwe versnelling duwt.
Wat is hier aan de hand? Nog in april van dit jaar kreeg Nvidia een koude douche: de verkoop van de H20-chip, een afgeslankte versie van hun topmodellen, werd door Washington geblokkeerd. De angst was dat zelfs deze chips de Chinese militaire en technologische ontwikkeling te veel zouden helpen. Het resultaat: Nvidia moest miljarden aan omzet en voorraden afschrijven.
Maar achter de schermen speelde een ander spel. CEO Jensen Huang voerde maandenlang een intense lobby in zowel Washington als Beijing. Volgens de officiële verklaring van het bedrijf werden er stevige beloftes gedaan, waaronder een gigantische investering van $500 miljard in Amerikaanse datacenters. Geld praat, zeker als het met zoveel nullen wordt geschreven.
Toch is dit meer dan een simpel geval van commercie die wint van geopolitiek. Huangs argumentatie snijdt dieper en is een les voor elke strateeg. Hij stelt dat je de wapenwedloop in AI niet wint door je af te sluiten, maar juist door je technologie overal de standaard te maken. Zijn redenering, onder andere in een recent Business Insider-artikel en zijn Stratechery-interview, is simpel: als 50% van de AI-ontwikkelaars ter wereld zich in China bevindt, dan is het negeren van die markt een fatale fout. Je dwingt hen alleen maar om hun eigen, alternatieve ecosystemen te bouwen, zoals we bij Huawei al zagen.
Voor Nederlandse ondernemers en professionals heeft deze onverwachte draai een paar concrete gevolgen:
Je Chinese toeleveranciers en concurrenten krijgen een boost. De Chinese techsector, van e-commerce tot productie, krijgt nu toegang tot aanzienlijk meer rekenkracht. Dit betekent slimmere logistiek, geavanceerdere productontwerpen en agressievere online platforms. Het is geen toeval dat direct na de aankondiging sprongen de aandelen van Chinese datacenters omhoog. De AI-motor van China gaat simpelweg harder draaien.
De tech-markt wordt nog volatieler. Dit heen-en-weer geslinger van beleid toont aan dat geopolitieke lijnen minder vast liggen dan ze lijken. Een langetermijnstrategie bouwen op de aanname dat bepaalde technologie verboden blijft, is gevaarlijk. Flexibiliteit en diversificatie in je tech-keuzes worden steeds belangrijker. Het is veelzeggend dat ook concurrent AMD volgt met een eigen chip voor China, wat de concurrentie verder opent.
Een nieuwe categorie 'export-grade' AI wordt de norm. De H20 en de nieuw aangekondigde RTX Pro GPU laten zien dat er een groeiende markt is voor hardware die krachtig is, maar net onder de strengste exportdrempels blijft. Dit kan de toegang tot geavanceerde toepassingen, zoals het bouwen van een digitale tweeling voor je bedrijfsprocessen, voor een bredere groep bedrijven betaalbaar maken.
De kritische noot in dit verhaal is de onbedoelde ironie. Het oorspronkelijke Amerikaanse doel was om China's AI-ontwikkeling af te remmen. Maar het verbod heeft de Chinese zelfredzaamheid juist aangejaagd. Een goed voorbeeld is het Chinese DeepSeek, een indrukwekkend taalmodel dat werd gebouwd op de vorige generatie 'verboden' Nvidia-chips. Nu krijgen ze én een extra stimulans om zelf te bouwen, én weer toegang tot krachtige Amerikaanse hardware. Het lijkt erop dat China het beste van twee werelden krijgt.
Uiteindelijk laat deze ommezwaai zien dat de AI-race niet alleen gaat over wie de allersnelste chip heeft. Het gaat erom wie het dominante wereldwijde ecosysteem bouwt. De conclusie voor Nederlandse ondernemers is helder: de AI-capaciteiten van je internationale partners, leveranciers en concurrenten accelereren opnieuw. Dit creëert kansen voor efficiëntie, maar voert de druk om zelf bij te blijven verder op.
The Shortlist
Thinking Machines haalt op $2 miljard in een seed-ronde geleid door Andreessen Horowitz, wat de startup van voormalig OpenAI-topvrouw Mira Murati direct waardeert op $12 miljard en een nieuwe, zwaargewogen concurrent in de AI-race positioneert.
Mistral lanceert Voxtral, een familie van open-source spraakmodellen die de concurrentie aangaat met gesloten systemen zoals OpenAI's Whisper en bedrijven een goedkoper, flexibeler alternatief biedt voor transcriptie en spraakanalyse.
Een METR-studie toont aan dat ervaren softwareontwikkelaars die AI-tools gebruiken er 19% langer over doen om taken te voltooien, ondanks dat ze zich 20% sneller voelen, wat de ROI van dergelijke tools voor senior-talent in twijfel trekt.
Google verijdelt een cyberaanval door met zijn AI-agent 'Big Sleep' een kritieke zero-day kwetsbaarheid te ontdekken voordat hackers deze konden misbruiken, een primeur voor AI in proactieve cyberdefensie.
PLUS: Hoe Vodafone met AI-automation hun cybersecurity versterkt en miljoenen bespaart
Vodafone heeft recent een indrukwekkend staaltje van AI-gedreven automation laten zien, waarmee ze hun cybersecurity-activiteiten slimmer én goedkoper hebben ingericht. Ze realiseerden hiermee een besparing van meer dan 2,2 miljoen euro per jaar, zonder extra personeel in te zetten.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Luciano Currie to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.