Artsen werden slechter in hun werk door AI | Het onverwachte risico van AI-afhankelijkheid
AI ontwerpt een medicijn tegen superbacteriën en Apple's nieuwe thuisrobot
Een AI-assistent werd ingezet om artsen te helpen kanker op te sporen. Het onverwachte resultaat? Nadat de tool werd weggehaald, waren hun prestaties slechter dan voorheen.
Dit fenomeen, het ‘AI rebound effect’, is een van de belangrijkste onzichtbare risico’s van AI-implementatie. We meten de productiviteitswinst als de technologie aan staat, maar negeren de afbraak van expertise die plaatsvindt op de achtergrond.
In deze editie:
Waarom de beste AI-assistent je team ongemerkt kwetsbaar maakt.
Hoe AI een medicijn ontwerpt en de regels voor innovatie herschrijft.
De stroomcrisis: het onzichtbare plafond voor de Nederlandse tech-sector.
Apple's plan om de AI-race te winnen via je woonkamer.
Het AI Rebound Effect: waarom je beste tool je zwakste schakel kan worden
Een nieuwe studie in het medische toptijdschrift The Lancet onthult een paradox die elke ondernemer zou moeten wakker schudden. Artsen die een AI-assistent gebruikten om kanker op te sporen, werden daar met de AI beter in. Logisch. Maar wat gebeurde er toen de AI werd uitgezet?
Hun vaardigheid kelderde tot onder hun oorspronkelijke niveau. Ze werden er slechter van.
Het onderzoek, uitgevoerd in vier Poolse ziekenhuizen, was specifiek gericht op het detecteren van poliepen tijdens een coloscopie. Vóór de introductie van AI lag de detectiegraad van de artsen op 28%. Nadat ze drie maanden met de AI hadden gewerkt, daalde hun ongeassisteerde score naar slechts 22%. Een significante en snelle achteruitgang.
Dit fenomeen wordt het ‘AI rebound effect’ genoemd: de paradoxale terugval in menselijke prestaties nadat een ondersteunende technologie wordt weggenomen. Innovatietheoreticus John Nosta, die de term introduceerde, ziet het als een moderne variant van het ‘out-of-the-loop’ probleem uit de luchtvaart. Piloten die te veel op de automatische piloot vertrouwen, verliezen hun scherpte voor de cruciale momenten waarop ze manueel moeten ingrijpen.
Voor ondernemers en professionals vertaalt dit zich in een paar concrete, strategische risico's die vaak over het hoofd worden gezien:
De erosie van kerncompetenties. Je marketingteam wordt misschien sneller in het schrijven van copy met een AI-assistent, maar verleren ze de kunst van het strategisch denken en het doorgronden van de klant? Als je afhankelijk wordt van een tool voor een kernactiviteit, bouw je een verborgen kwetsbaarheid in je organisatie.
De verschuiving van actieve deelnemer naar passieve toezichthouder. Zodra een complex proces wordt geautomatiseerd, verandert de rol van de mens. In plaats van de taak uit te voeren, houden we de machine in de gaten. Dit leidt tot minder alertheid en een afname van het situationeel bewustzijn. Je bent niet meer aan het sturen, je zit op de passagiersstoel. En dat is prima, tot het stuur plotseling in je handen wordt gedrukt.
Strategische afhankelijkheid. Wat als de softwareleverancier de prijzen verdubbelt, failliet gaat of gehackt wordt? Als de vaardigheden van je team zijn afgenomen, kun je niet zomaar terugvallen op de oude werkwijze. Je bedrijfsvoering is effectief gegijzeld door een externe partij.
De crux zit hem hierin: de AI in de studie maakte geen fouten. Het probleem was niet de technologie, maar de impact ervan op de mens. Het is de onzichtbare kost van efficiëntie. We meten de productiviteitswinst als de AI aan staat, maar we meten zelden de afbraak van expertise als de AI uit staat. En die expertise is vaak het kapitaal waar je bedrijf op drijft.
De conclusie is niet dat we AI moeten vermijden, maar dat we het slimmer moeten inzetten. Voor Nederlandse ondernemers betekent dit een verschuiving in focus: van pure automatisering naar augmented intelligence. Tools moeten niet alleen taken overnemen, maar ook de gebruiker actief betrekken en trainen.
De kernvraag voor elke manager moet zijn: maakt deze tool mijn team beter, of maakt het mijn team afhankelijk? Het antwoord op die vraag bepaalt de veerkracht van je bedrijf op de lange termijn.
AI ontwerpt een medicijn tegen superbacteriën
De R&D-afdeling van de toekomst is geen lab vol witte jassen meer. Het is een algoritme. Dat is precies wat er deze week gebeurde.
In een doorbraak van onderzoekers bij MIT werd generatieve AI ingezet om compleet nieuwe antibiotica te ontwerpen. Geen bestaande stofjes die door een AI uit een database werden gevist, maar moleculen die van de grond af, atoom voor atoom, zijn bedacht door een neuraal netwerk. Het resultaat: twee kandidaten die in het lab en in dierproeven effectief bleken tegen beruchte superbacteriën als MRSA.
Dit is een fundamentele verschuiving. Tot nu toe gebruikten wetenschappers AI vooral als een soort supersnelle zoekmachine om in bestaande chemische bibliotheken te jagen op verborgen parels. Nu wordt AI ingezet als een creatieve partner, een ontwerptool. De modellen kregen miljoenen chemische structuren gevoerd en leerden de patronen achter wat een bacterie doodt. Vervolgens genereerden ze miljoenen nieuwe, nog nooit vertoonde moleculen met die eigenschappen.
Wat dit extra interessant maakt, is dat het principe ver buiten de farmaceutische industrie reikt. Denk aan het ontwerpen van nieuwe materialen met specifieke eigenschappen, efficiëntere enzymen voor industriële processen of zelfs nieuwe smaak- en geurstoffen. De onderliggende technologie is overal toepasbaar waar moleculair ontwerp een rol speelt.
Voor ondernemers en professionals betekent dit een aantal concrete dingen:
R&D wordt een ontwerpprobleem. De concurrentiestrijd verschuift. Het gaat niet meer alleen om wie het grootste lab of de meeste proefopstellingen heeft, maar om wie de slimste algoritmes en de beste data heeft om nieuwe oplossingen te ontwerpen. Brute force R&D maakt plaats voor gericht, intelligent ontwerp.
De opkomst van de AI-specialist met domeinkennis. Er ontstaat een enorme vraag naar mensen die niet alleen verstand hebben van chemie, biologie of materiaalkunde, maar die dit ook kunnen vertalen naar AI-modellen. De teams die deze brug slaan, zullen de winnaars zijn. De non-profit Phare Bio, opgericht om deze ontdekkingen verder te ontwikkelen, is een perfect voorbeeld van dit nieuwe ecosysteem.
Je bedrijfsdata wordt een goudmijn. De AI-modellen van MIT werden getraind op enorme datasets van chemische structuren en hun antibacteriële werking. Dit bewijst opnieuw: goed gestructureerde, eigen data over experimenten, resultaten en mislukkingen is geen archiefmateriaal meer, maar de brandstof voor toekomstige innovatie.
Toch is het geen fluitje van een cent. Volgens de studie, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Cell, is er sprake van een 'enorme bottleneck', zoals experts het noemen. Van de miljoenen moleculen die de AI bedacht, konden er maar een handjevol daadwerkelijk in het lab worden gemaakt. De brug tussen digitaal ontwerp en fysieke productie is nog wankel. Daarnaast blijft een oud economisch probleem bestaan: wie gaat investeren in een medicijn dat, om effectief te blijven, zo min mogelijk gebruikt moet worden? De technologie is er misschien bijna, maar het businessmodel is nog ver te zoeken.
De kern is simpel: generatieve AI verlaat de digitale wereld van tekst en beeld en begint de fysieke wereld te ontwerpen. Voor Nederlandse bedrijven, van de chemie tot de maakindustrie, is dit hét signaal om de eigen R&D-data niet langer als archief te zien, maar als de strategische grondstof voor de volgende generatie producten.
De AI-race stopt bij het stopcontact
De race om dominantie in AI wordt niet gewonnen met de slimste algoritmes, maar met de saaiste infrastructuur die er is: het elektriciteitsnet. En het Westen staat op het punt die strijd op spectaculaire wijze te verliezen. Terwijl NVIDIA en OpenAI de ene na de andere doorbraak presenteren, groeit in stilte een probleem dat de hele sector dreigt te verstikken: een gigantisch tekort aan stroom.
Dit is geen verre toekomstmuziek. Amerikaanse AI-experts die onlangs terugkwamen van een tour door China waren volgens Fortune compleet verbijsterd. In de VS is de beschikbaarheid van energie voor datacenters de beperkende factor geworden, een knelpunt dat de groei van de hele industrie afremt. In China? Daar wordt het gezien als een 'opgelost probleem'.
De oorzaak is pijnlijk simpel. China heeft decennialang strategisch geïnvesteerd in een overcapaciteit aan energie. Het land heeft consequent bijna twee keer zoveel stroomcapaciteit als het nodig heeft. Datacenters worden daar niet gezien als een last voor het net, maar als een handige manier om het overschot op te souperen.
Het Westen, en dus ook Europa, werkt precies andersom. Ons stroomnet is gebouwd op efficiëntie, met een kleine reservecapaciteit van zo'n 15%. Het is een systeem dat totaal niet is voorbereid op de onverzadigbare energievraag van AI. De analyse van experts is dan ook snoeihard: de Amerikaanse focus op snelle, private investeringen in software met een korte terugverdientijd heeft geleid tot een strategische verwaarlozing van de langzame, kapitaalintensieve uitbouw van het energienet.
En denk niet dat dit alleen een Amerikaans probleem is. Het gebeurt hier en nu, in het hart van onze eigen tech-economie.
De Nederlandse Brainportregio rond Eindhoven, de thuisbasis van wereldspelers als ASML, zit muurvast. De NOS meldde onlangs dat er 990 bedrijven op een wachtlijst staan voor een nieuwe of grotere stroomaansluiting. De zogenoemde netcongestie is er zo ernstig dat de economische groei van onze belangrijkste technologische regio direct wordt bedreigd.
Voor ondernemers betekent dit concreet dat de spelregels veranderen. De belangrijkste vraag is niet langer 'heb ik het beste product?', maar 'kan ik überhaupt genoeg stroom krijgen om het te maken en te schalen?'.
De implicaties zijn direct en voelbaar:
Innovatie stopt: Bedrijven als Thermo Fisher, dat microscopen bouwt die essentieel waren voor de ontwikkeling van coronavaccins, kunnen niet verder uitbreiden. Nieuwe machines kunnen simpelweg niet worden aangesloten.
Internationale concurrentiepositie verzwakt: Terwijl Chinese bedrijven zonder enige beperking datacenters kunnen bouwen, moeten Nederlandse techbedrijven hun groeiplannen in de ijskast zetten. Sommigen overwegen zelfs om uit Nederland te vertrekken.
Investeringen worden onzeker: Een bedrijf in de Brainportregio dat wil uitbreiden, kreeg te horen dat een nieuwe stroomaansluiting pas op zijn vroegst in 2033 beschikbaar is. Welke investeerder stapt in een plan met zo'n fundamentele onzekerheid?
De ware ‘catch’ van de AI-hausse is dus dat alle digitale beloftes rusten op een krakkemikkig fysiek fundament. We hebben ons blindgestaard op de software, terwijl de hardware, de leidingen en de centrales, vergeten werden. In China wordt energie pragmatisch benaderd als een strategische economische pijler. In het Westen is het een politiek mijnenveld geworden, vertraagd door procedures, protesten en een gebrek aan langetermijnvisie van de overheid en investeerders.
De harde conclusie is dat de beschikbaarheid van energie een kernonderdeel van je bedrijfsstrategie moet worden. Voorheen was het een vanzelfsprekendheid, nu is het een strategische troef of een existentieel risico. De Nederlandse overheid en netbeheerders zoals TenneT lopen jaren achter op een realiteit die door AI in een stroomversnelling is gekomen. Voor Nederlandse ondernemers is de boodschap helder: ga er niet vanuit dat het stopcontact altijd stroom levert. Je groei hangt er direct van af.
Apple's invasie van je woonkamer: een robot op je keukentafel
Lange tijd leek het alsof Apple de AI-boot volledig had gemist. Terwijl OpenAI en Google het speelveld domineerden met hun taalmodellen, bleef het in Cupertino oorverdovend stil. Maar nu blijkt dat Apple niet zat te slapen. Ze waren bezig met een plan dat veel verder gaat dan een betere chatbot: de verovering van je huis.
Volgens een gedetailleerd Bloomberg report werkt Apple aan een reeks nieuwe AI-gestuurde hardware die onze meest persoonlijke ruimte moet binnendringen. Het gaat niet om een kleine update, maar om een complete strategie om AI in de fysieke wereld te verankeren.
De plannen zijn concreet. In 2027 moet er een tafelrobot verschijnen: een soort iPad gemonteerd op een bewegende arm die je door de kamer kan volgen en zich actief in gesprekken mengt. Denk aan de Pixar-lamp, maar dan als persoonlijke assistent. Een jaar eerder, medio 2026, komt er al een 'uitgeklede' versie in de vorm van een slim scherm voor in de keuken of woonkamer. Dit alles wordt aangevuld met een eigen lijn van beveiligingscamera’s.
De lijm die dit alles bij elkaar houdt? Een compleet herboren versie van Siri. Geen stuntelende assistent meer die je vraag voor de derde keer niet begrijpt, maar een proactieve, conversationele AI die draait op de nieuwste Large Language Models (LLMs). Deze nieuwe Siri wordt het hart van een nieuw besturingssysteem, intern ‘Charismatic’ genoemd, dat speciaal is ontworpen voor gebruik door meerdere mensen in een huishouden.
Wat dit extra interessant maakt, is de timing. Apple staat onder druk. De verkopen van de Vision Pro vielen tegen en het bedrijf wordt gezien als een achterblijver in de AI-wedloop. CEO Tim Cook zou intern hebben gezegd: “We moeten winnen in AI.” Deze nieuwe strategie is het antwoord. In plaats van de concurrentie te volgen, verandert Apple het speelveld. De strijd om AI-dominantie verplaatst zich van je telefoon naar je fysieke leefomgeving: de opkomst van ambient computing.
Voor Nederlandse ondernemers en professionals heeft deze strategie een paar directe gevolgen:
Een nieuw platform is geboren: Net zoals de App Store een economie op zich werd, kan dit nieuwe thuis-ecosysteem dat ook worden. Denk aan diensten voor huisautomatisering, zorg op afstand, persoonlijke coaching of entertainment, allemaal geleverd via een pratende robotarm. Voor ontwikkelaars en dienstverleners is dit een signaal om na te denken over interactie die verder gaat dan een scherm.
De lat voor klantervaring gaat omhoog: Als Apple hierin slaagt, wordt een proactieve, conversationele interface de nieuwe standaard. Een statische website of een onhandige app zal snel verouderd aanvoelen. Bedrijven zullen moeten nadenken hoe hun diensten kunnen meepraten in de omgeving van de klant.
De datastroom wordt dieper: Met camera’s en microfoons door het hele huis verzamelt Apple een schat aan data over dagelijkse routines en consumentengedrag. Dit opent de deur naar hyper-gepersonaliseerde diensten, maar vereist ook een ijzersterke datastrategie van bedrijven die willen aanhaken.
Natuurlijk moet je dit volgens Bloomberg met een korreltje zout nemen. De markt voor thuisrobots is tot nu toe een kerkhof van mislukte projecten. Vraag maar aan Amazon, wiens Astro-robot nog geen deuk in een pakje boter slaat. De vraag is of consumenten echt zitten te wachten op een dure gadget op hun aanrecht. Bovendien balanceert Apple op een slap koord wat betreft privacy. Het bedrijf heeft zijn reputatie opgebouwd als de hoeder van gebruikersdata. Het plaatsen van altijd luisterende en kijkende apparaten in de meest intieme ruimtes is de ultieme test voor dat vertrouwen.
Toch is de strategische richting onmiskenbaar. Apple zet vol in op een toekomst waarin AI niet iets is dat je oproept op je telefoon, maar een constante aanwezigheid in je omgeving is. De ontwikkeling van de LLM-versie van Siri is daarvoor de technische basis.
De kern is simpel: Apple verschuift de AI-competitie van de digitale naar de fysieke wereld. Voor Nederlandse ondernemers is dit een duidelijk signaal. De toekomst van klantinteractie is niet beperkt tot een scherm, maar wordt een gesprek. Het voorbereiden op die realiteit begint nu.
The Shortlist
TikTok vervangt zijn volledige trust & safety-team van 150 medewerkers in Duitsland door een combinatie van AI en externe krachten, een duidelijke indicatie van de trend om contentmoderatie op grote schaal te automatiseren.
Cohere haalt $500 miljoen op tegen een waardering van $6,8 miljard, wat de sterke focus van investeerders op enterprise-grade AI-modellen als een veilig en privaat alternatief voor de grote spelers onderstreept.
Lovable voorspelt een jaarlijkse omzet van $1 miljard binnen 12 maanden, een signaal van de explosieve commerciële groei van 'vibe coding' AI-agenten die softwareontwikkeling automatiseren voor grote bedrijven.
Multiverse Computing lanceert 's werelds kleinste, krachtige AI-modellen, ontworpen om lokaal op apparaten zoals smartphones te draaien, wat nieuwe mogelijkheden opent voor privacy-veilige en kostenefficiënte AI-toepassingen.